Het was januari 1990, Johan
Stekelenburg was nog voorzitter van de FNV en hij had mij
gevraagd of ik wilde optreden bij de opening van het nieuwe
hoofdkantoor van deze vakbond. Het gebouw werd geopend door Trix
zelf.
Aan een optreden waar onze koningin bij aanwezig is, zijn wat
regels gebonden. Je mag geen grappen maken over haarzelf of haar
familieleden en niks lolligs zeggen over de ministers. De
koningin mag namelijk niet in het openbaar in de lach schieten
om één van haar ministers. En
je mag haar zeker geen onderdeel van je act maken. Dit
hoor je ruim van tevoren van de Rijksvoorlichtingsdienst.
Ik kende deze regels al, omdat ik in 1984 onder dezelfde
voorwaarden voor haar oudste zoon had opgetreden. Hij werd
toen achttien en werd onthaald door Ed van Thijn, toen nog
burgemeester van Amsterdam. Toen heb ik verteld wat ik niet
mocht zeggen, een formule die werkte. Dit keer kwam ik als
mijn broer en vertelde waarom Youp niet kwam. Hij mocht
niet zeggen wat hij zeggen wou, dus...
Zo had hij willen zeggen...
en vervolgens liet ik Hare Koninklijke Hoogheid in de lach
schieten om haar familie en haar ministers. Hierna legde
ik aan het vakbondsvolk uit wat ze toch voor een
vreselijke baan had en dat ik me heel goed kon voorstellen
dat ze wel iets wilders te doen had dan zo'n lintje
doorknippen. Ik stelde haar voor om te gaan dansen en
beesten in de stad, stapte op haar af, stak mijn arm naar
haar uit en zei: "Trix, we gaan!"
Ze stond op, pakte mijn arm en verliet met mij de zaal.
Bij de deur nam Stekelenburg haar helaas weer over. Was
graag met haar naar de IT of de Roxy verdwenen, maar het
mocht niet zo zijn...
Een mens kan niet alles hebben. Alleen één ding wil ik
niet meer horen en dat is dat Trix net zo stijf is als
haar kapsel. Integendeel, zou ik willen zeggen.
|